Jennifer Delano, schrijfster, moeder, ondernemer en actievoerder hoopt het verschil te maken voor kinderen die hetzelfde doormaken als zij vroeger. Van de basisschool tot aan het eind van de middelbare werd ze gepest: ‘Nu probeer ik het pesten te voorkomen.’ Met initiatieven als ‘Pesten is niet leuk’ en ‘We Face It’ spreekt ze de doelgroep aan: ‘Rondom de brugklas komt pesten het meest voor, spelenderwijs hoop ik meer onderling begrip te creëren door kinderen zich kwetsbaar op te laten stellen. Ook voor mensen in het bedrijfsleven kan dit een uitkomst zijn.’
Wanneer wist je dat het geen plagen maar pesten was?
“Op mijn tiende kwam ik in een nieuwe klas in een nieuw dorp. Logisch dat je er als nieuweling dan ook niet bij hoort. Maar toen begon iedereen iets naar me te roepen als ik buitenkwam, niet alleen kinderen uit mijn eigen klas. Toen ik het echt niet meer trok, heb ik het mijn ouders verteld, zij zijn met de meester gaan praten. Het werd uitgebreid besproken op school maar het duurde geen drie seconde of het begon weer van voor af aan. Het was zó hardnekkig. Blijkbaar was er een enorme behoefte om iemand te pesten en ik was een makkelijk slachtoffer. Daarbij hebben de pesters het heel slim aangepakt: ze zochten me op als er geen ouders of docenten in de buurt waren, zowel op school als op plekken als bijvoorbeeld de speeltuin.”
Waarom was je een makkelijk slachtoffer?
“Ten eerste was ik nieuw maar daarnaast was ik lang en dun. Zij vonden dat blijkbaar te lelijk en daardoor zagen ze kans om me te gaan pesten. Nu zie ik in dat zij gewoon een stel dikkerds in een fatsig vissersdorpje zijn. Ik kan nu gaan liegen, maar dat is echt zo. Ik was een creatief ding, mijn kleding week af van de standaard, ik had halflang haar in plaats van heel lang haar, noem maar op. Het was gewoon echt een kwestie van dikke pech.”
Nam je dat ook mee naar huis?
“Ik had thuis helaas ook pech. Mijn ouders zijn gewoon niet heel lief. Ondanks dat ik geloof dat ze oprecht hun best hebben gedaan, was dat niet genoeg. Thuis zat het allemaal al niet lekker en de situatie op school kwam er dan nog bij. Op dat moment had ik geen enkel vertrouwenspersoon. Mijn moeder probeerde nog begrip op te brengen omdat ze zelf een pestverleden heeft maar bij mijn vader hoefde ik echt niet aan te komen. Die zei dan: ‘Je schopt maar een keer terug en dan gaat het vanzelf weer over.’ Zo ken ik er nog wel een paar: daar heb je echt helemaal niks aan. “
Nu ben je zelf moeder van een dochter, wat zou je doen als zij gepest wordt?
“Mijn eerste reactie zou zijn dat ik iedereen die haar pijn heeft gedaan in elkaar wil slaan. Dat gaat natuurlijk niet helpen, dus ik zal proberen naar haar te luisteren, haar serieus te nemen en te beoordelen of ik moet ingrijpen of niet. Pesten zit in ons allemaal, dat geloof ik echt. Het is een soort sociale zoektocht waarbij we erachter proberen te komen wat wel of niet kan. Mijn dochter is gelukkig een ontzettend sociaal dier, dus ik ben er niet zo bang voor.”
Heb je nu nog weleens de behoefte om je pesters in de ogen te kijken?
“Alles wat er gebeurd is op de basisschool, heb ik een plek kunnen geven. Als de middelbare school me bespaard was gebleven, had ik er waarschijnlijk niet eens meer aan gedacht. Mijn pesters ben ik nooit echt meer tegengekomen. Ik wilde meer uit het leven halen dus ik besloot het kleine vissersdorpje te verlaten en in mezelf te investeren. Nu ben ik druk met dingen die ik leuk vind en heb ik simpelweg geen tijd meer om me boos te maken over die mensen. Wel is een meisje dat mij gepest heeft, nu een goede vriendin van me geworden.”
Hindert jullie verleden de vriendschap dan niet?
“Dit heb ik haar nooit verteld, maar de eerste keer dat ik bij haar kwam om alles te bespreken, flitste het door m’n hoofd. Ze had thee gezet en ze haalde wat lekkers uit de keuken toen ik dacht: “als ik wil, zou ik je nu kunnen vergiftigen”. Complete onzin natuurlijk. Ik heb mezelf ernstig toegesproken. We hebben alles toen uitgepraat. Zij pestte mij omdat ze zelf ook slachtoffer was geweest en dacht: ‘Dit gaat mij nóóit meer gebeuren.’ Achteraf blijkt dat we zoveel raakvlakken hebben, dat we beter meteen vriendinnen hadden kunnen worden.”
Nu heb je een succesvolle carrière in de PR en zet je je in om pesten te voorkomen. Had je ooit gedacht dat dit je toekomst pad zou zijn?
“Ik heb altijd geweten dat ik veel in m’n mars heb. Toen ik ‘Dagboek van een Gepest Kind’ uitbracht, wilde ik een eerlijk verhaal vertellen. Niet het zoveelste slachtoffer verhaal waarbij de waarheid met de jaren verdraaid en verergerd is. Ik hoop dat als kinderen op het internet zoeken op “pesten” ze een verhaal vol hoop vinden, mijn verhaal, en dat ze dan lezen dat het allemaal goed kan komen.”