Angelique Kooistra (26) werd eind 2015 voor een half jaar uitgezonden naar Mali. Ondanks dat een uitzending voor velen de reden is om bij de landmacht te gaan, waren het zes spannend maanden. Dat haar vriend, die ook bij het leger zit, de situatie door en door begreep hielp Angelique enorm. Aan YDL vertelt zij over hoe het is om allebei bij het leger te zitten en haar tijd in Mali. “Je zit als vrouw in een mannenwereld.”
Door Eline Vedder
Waarom ben je bij de landmacht gegaan?
“Het grappige is dat ik vroeger helemaal niet stoer of avontuurlijk was. Ik was gek op make-up en kon overal over zeuren. Maar ik wist dat het mijn ouders heel trots zou maken. Mijn vader zat bij de landmacht, mijn moeder bij de marine en ook de rest van de familie zat in het leger. Met veel aanmoediging van hun kant besloot ik dat ik ze niet wilde teleurstellen. Dus daar ging ik, als zeikerd eerste klas. Aan het begin vond ik alles heel zwaar. Er wordt tegen je geschreeuwd en je wordt geacht geen grote bek terug te geven. Je wordt gevormd door de tijd in het leger, vooral tijdens de opleidingen. Dat laat zien dat je geen standaard karakter hoeft te hebben om erbij te gaan. Waar ik wel heel veel aan had is mijn sterke persoonlijkheid. Zeker als vrouw moet je sterk in je schoenen staan.”
Eind 2015 vertrok je voor een half jaar naar Mali, je tweede uitzending. Hoe leefde je daarnaartoe?
“Omdat het mijn tweede keer was kon ik weigeren en in Nederland blijven, bij mijn vriend Tim en ons nieuwe huis. Toch was dat voor mij persoonlijk geen optie. Uitgezonden worden levert lekker veel centen op en het is een mooie ervaring. Alsnog vond ik het spannend om het hem te vertellen. We waren nog maar een jaar samen. Je vraagt je ondanks de verliefdheid af of de band sterk genoeg is om dit te doorstaan. Hoe ga je om met het gevoel van elkaar missen? Hij begreep het gelukkig en stond achter mijn besluit. Vanuit de landmacht begint dan het opwerktraject vol met opleidingen en certificaten die gehaald moeten worden. Ik haalde mijn vrachtwagenbewijs, leerde over gevaarlijke stoffen en omgaan met gevaar. Over de cultuur van het land en hoe je daarop aan te passen, over het weer, speciale tropische kleding en alle kennis die nodig is om je zes maanden te redden in het kamp.”
Jullie zitten allebei bij de landmacht. Hoeveel steun heb je daaraan?
“Ik vind het heel fijn dat hij hetzelfde beroep heeft en we allebei de ellende kennen. Daar kan je met vrienden en familie niet over praten. Het helpt hem ook om te accepteren dat ik zo lang weg ben, omdat hij weet dat de kans heel groot is dat ik weer terugkom. Als je partner een half jaar naar oorlogsgebied gaat en je hebt geen idee wat daar gebeurt, zorgt onbegrip voor angst. Dat hebben wij niet. Aan de andere kant had Tim wel zijn ideeën over wat sommigen kunnen uitspoken als ze zo lang van hun partner verwijderd zijn. Voor die vertrouwensband moet je elkaar goed kennen. Wij kozen ervoor om alles wat er gebeurt, op het kamp en in Nederland, met elkaar te delen. Als je goed communiceert moet je daar goed doorheen komen.”
Wat bedoel je met de dingen die mensen uitspoken?
“Je zit als vrouw echt in een mannenwereld, ik denk dat meer dan 80 % man is. Die zijn allemaal weken van huis en vertonen haantjesgedrag. Als je de eetzaal binnenloopt kijkt sowieso de helft je na. Je krijgt opmerkingen naar je hoofd, soms zegt iemand iets seksueels getint. Je moet daar luchtig mee om kunnen gaan. Mijn vriend heeft dit zelf gezien toen hij op uitzending was in Afghanistan. Het is een kwestie van geloven in elkaar en weten dat ik daar niet op inga.”
Hoe was de band met de vrouwen onderling?
“Ik deelde mijn kamer met twee meiden. Een daarvan kende ik al omdat we er met elkaar ingestapt zijn. Tijdens het werk deden we niet extreem veel samen, op de kamer was de band goed. Soms verzorgden we een filmavond. Dan kwam van ons allemaal de make-uptas tevoorschijn. Dat blijf ik leuk vinden. Dat we samen in die mannenwereld zaten, schepte niet automatisch een band. Tussen sommigen was zelfs strijd om de mannen, sprake van jaloezie of er werd over elkaar geroddeld.”
Welke momenten waren het moeilijkst?
“De momenten dat je niet druk bent met sporten of het werk zijn het zwaarst. Dan is er geen afleiding en ga je denken over wat je allemaal mist. Ik lag op bed, kijkend naar foto’s en brieven van thuis te lezen. ‘Shit, ik mis hem echt,’ dacht ik terwijl ik tranen voelde opkomen. Een ander zwaar moment was tijdens het videobellen halverwege de uitzending. De hele dag staat dan in het teken van de mensen thuis en iedereen mag een aantal minuten privé videobellen. Zodra het mijn beurt was en ik Tim zag, kwamen de tranen meteen. Toen de vijf minuten omwaren, kwamen er alleen maar meer tranen. Ik had veel steun aan alle anderen, iedereen zit in hetzelfde schuitje. Met de feestdagen is iedereen samen met leuke muziek, een barretje en vuurwerk. In onze kamer stond een kerstboom en mijn twee kamergenoten en ik hadden cadeautjes voor elkaar. Dat zorgt voor goede afleiding.”
Je bent gestopt bij de landmacht. Waarom?
“Tim en ik besloten nadat ik terugkwam dat we het niet nog een keer mee willen maken dat een van ons op uitzending gaat. Niet alleen de uitzendingen maar ook de oefeningen in het buitenland zorgden ervoor dat we elkaar continu misliepen. Die oefeningen duren soms een paar dagen, soms weken of een maand. Wat daarnaast meespeelden waren de bezuinigingen van defensie. Vroeger kon je jezelf constant ontwikkelen met nieuwe opleidingen binnen het bedrijf en leerde je heel veel. Tegenwoordig zijn er nog maar heel weinig schietdagen. Ik was na de uitzending vooral bezig met sporten en materieel onderhoud. Qua militaire ontwikkeling kwijn je weg op de kazerne. Het was tijd voor iets anders. Ik heb nu heel veel plezier in mijn nieuwe werk als dierenverzorgster in een asiel.”
Wat heb je qua persoonlijke ontwikkeling aan de landmacht overgehouden?
“Behalve dat ik meer discipline en doorzettingsvermogen heb en heel sportief ben geworden, ben ik niet extreem veel veranderd. Ik zal ook altijd stiekem blijven zeuren, dat zit er gewoon in. Maar ik doe vervolgens wel altijd alles om het beste uit mezelf of een situatie te halen. Soms zeuren mensen om hele kleine dingen, zoals de warmte, waardoor ze uitgeput raken en langzamer gaan werken. Ik ben dan nog lang niet moe en weet dat er zwaardere dingen in de wereld zijn. Mijn relatie met Tim is door de uitzending sterker geworden. Dat voelde ik vooral op het allermooiste moment dat er bestaat: toen wij uit Mali terugkwamen, we werden herenigd met vrienden en familie en ik hem weer in mijn armen had.”